Gelukkig komt het niet vaak voor, maar soms kom je als makelaar in een lastig parket:
Stel je bent makelaar van de verkoper en dus ook adviseur van de verkoper. Dan is het de bedoeling dat je de belangen van je opdrachtgever zo goed mogelijk behartigd. Lijkt vrij helder, toch? Maar nu de volgende situatie:
een kandidaat koper doet een eindbod op het huis van die verkoper. Als makelaar ben je van mening dat verkoper er goed aan doet het bod te accepteren. Dat vertel je verkoper ook. Verkoper wil echter vasthouden aan een prijs die daar (net) boven ligt. Wat is nu ‘een goede belangen behartiging’?
A. Verkoper overtuigen dat het bod van koper acceptabel is? Dan is het huis verkocht en daarmee het doel bereikt. Maar met het risico dat verkoper het gevoel heeft dat je als makelaar meer voor koper op bent gekomen dan voor verkoper….
B. ‘De poot strak houden’ in de onderhandeling, met kans op succes, maar ook kans dat koper afhaakt en daarmee de mogelijke koop stuk loopt.
Bij situatie A loop je één keer kans dat je verkoop-opdrachtgever achteraf toch van mening is dat je zijn belangen niet goed hebt behartigt. Gevoelsmatig kwam je meer voor koper op dan voor je verkoper. Maar dan is het huis wel verkocht!
Bij situatie B loop je twee keer kans dat je verkoop-opdrachtgever van mening is dat je zijn belangen niet goed hebt behartigt. Namelijk ten eerste als de deal afketst. Ten tweede als de koop wel doorgaat, dan zit daar nog steeds het risico dat verkoper het je kwalijk neemt dat je hem probeerde ‘over te halen’ om voor optie A te kiezen. Verkoper zal dan zeggen, ‘maar goed dat ik je advies niet heb opgevolgd’ .
Het zal altijd per situatie beoordeeld moeten worden wat het beste is, maar lastig is het (soms) wel.
Gelukkig hebben we inmiddels genoeg ervaring om de verkopers door middel van praktijkvoorbeelden te adviseren over de keuze tussen A en B.
Een groot voordeel is ook dat we voor ‘start verkoop’ met onze opdrachtgevers niet alleen bespreken welke vraagprijs we het best kunnen hanteren, maar ook de getaxeerde waarde wordt in de schriftelijke verkoopopdracht vastgelegd.
Een extra hulpmiddel kan zijn om de financiële gevolgen van optie A en optie B naast elkaar te zetten. Dit openlijk met verkoper bespreken en uiteraard dan de keuze aan verkoper over te laten.